Toen Helmy Abouleish in 2014 op biodynamische landbouwopleiding Warmonderhof een lezing hield, brachten wij Ad Groeneveld, voorzitter van de Stichting Welzijn Wajir, in contact met Helmy. Wij vermoedden dat het SEKEM-model bruikbaar zou zijn in het district Wajir in het noordoosten van Kenia, grenzend aan Somalië, waar zijn stichting zich inzet voor verbetering van de leefomstandigheden.
In 1995 trof Ad Wajir in een desolate toestand aan: onvoorstelbare armoede, droogte, honger en gebrek aan alles. De bevolking bestond voornamelijk uit nomaden die door droogte geregeld al hun vee verloren. Een grote ommekeer kwam in 2013 toen de Keniaanse districten veertig procent van het hun toekomende overheidsbudget rechtstreeks in handen kregen en daarmee zelf konden bepalen welke projecten voor armoedebestrijding werden gefinancierd.
Bezoek aan SEKEM
De ontmoeting op Warmonderhof leidde tot het idee om sleutelfiguren uit Wajir met SEKEM in contact te brengen. In januari 2018 werd met subsidie van de Stichting CCHO een studiebezoekbezoek van een week aan SEKEM gebracht. De delegatie bestond uit de districtsminister van landbouw, drie leden van zijn staf, twee ondernemers en de contactpersoon voor community building van de Stichting Welzijn Wajir.
De staf van SEKEM had een degelijk programma voorbereid waarbij het team zowel kennis kon nemen van allerlei agrarische aspecten als van de çommunity building. De belangstelling van het team was groot. Van alle bomen, struiken en planten wilden zij weten of de plant in hun eigen woongebied nuttig kon zijn. Zaden werden verzameld en meegenomen.
Compost
De grote eyeopener was het compostveld. Daar worden al het plantafval en alle mest naartoe gebracht en opgeslagen in lange hopen. Regelmatig worden die hopen met een sterke machine omgeschud, de temperatuur wordt gecontroleerd en zo nodig wordt water toegevoegd. Na een paar maanden is er prachtige compost gevormd, ‘het bruine goud’.
Dit proces maakte zoveel indruk dat de plaats tweemaal werd bezocht. En dan te bedenken dat de ingrediënten voor deze compost in Wajir vaak worden weggegooid… Een goede compostlaag vermindert de waterbehoefte en verdraagt bovendien ook verzilt water beter, een probleem waar veel uitdrogende gebieden mee te kampen hebben.
Begerig keek het team naar de sinaasappelplantages, maar hun werd duidelijk gemaakt dat deze boom veel zorg en water nodig heeft en dat de dadelpalm veel geschikter voor het gebied is. Het advies was verder om, net als in SEKEM, een proefveld aan te leggen om al experimenterend tot een optimaal gebruik van de grond te komen.
Andere leerpunten waren de planning en marketing van de landbouw, de agroforestry en de wisselbouw, en ten slotte het werken met contractpartners om je te verzekeren van voldoende aanvoer.
Community
Het zien van wat er allemaal is bereikt door iemand die met helemaal niets begon, bracht het team tot het inzicht dat sociaal ondernemen en een goede samenwerking met de lokale overheid de gemeenschap enorm ten goede komt. Door een deel van de opbrengst te investeren in deze gemeenschap kunnen onderwijs, gezondheidszorg, infrastructuur, welzijn en cultuur naar een hoger plan worden getild.
De liefdevolle en doordachte zorg voor gehandicapte kinderen was een hoofdstuk apart: die zorg is in Wajir vrijwel uitgedoofd. Hoewel het niet op de agenda stond, werd dit toch een belangrijk onderwerp van gesprek. Lang geleden is een revalidatiekliniek voor kinderen met een beperking opgericht. Deze bestaat nog wel, maar functioneert nauwelijks. Het grote terrein van deze kliniek zou als proeftuin weer een bloeiende lusthof kunnen worden. Ook de Heliopolis University for Sustainable Development oogstte veel bewondering bij het team.
Projectplan
Intussen is een projectplan opgesteld voor het opleiden van twintig van de ruim 350 boeren in het toepassen van de biodynamische landbouwmethode, compostbereiding en biologische pestbestrijding, waarin het Kenya Institute of Organic Farming een begeleidende rol zal spelen. De twintig pioniers zullen hun kennis vervolgens met de andere boeren delen. In het project zal ook aandacht zijn voor gemeenschapsvorming, mensenrechten en gelijkwaardigheid van man en vrouw. De districtsoverheid zal ongeveer zesduizend euro investeren. Voor ruim dertienduizend euro wordt nog naar financiering gezocht. Men is zich ervan bewust dat de omstandigheden van Wajir anno 2018 heel wat gunstiger zijn dan voor Ibrahim Abouleish in 1977 en “wat toen in SEKEM kon, moeten wij nu in Wajir ook kunnen”.
Het was een waardevol bezoek met veel overdracht van kennis en inspiratie, dat nieuwe perspectieven opende.
Ad Groeneveld (Stichting Welzijn Wajir) en Hendrik Jan Bakker (Vriendenkring SEKEM)
Bent u enthousiast geworden? Meld u dan nu aan voor onze nieuwsbrief of word lid van onze vereniging.
Volg ons op Facebook en Twitter.